Jong talent een podium geven

In ons mooie Amsterdam-Noord wonen er tal van jongeren met grenzeloze talenten. Sommige talenten ontdekt, maar velen ook niet. Dit kan komen doordat er bijvoorbeeld te weinig geld overblijft thuis voor sport, kunst en cultuur, maar ook omdat niet iedere jongere de sociale stimulans krijgt om het talent verder te ontwikkelen.

Nu ruim een maand geleden zag ik een email verschijnen in mijn inbox. In deze mail stond een uitnodiging om toe te treden als jurylid van de School der Poëzie. Zij verzorgen evenementen, enthousiasmeren en activeren jongeren om kennis te maken met poëzie en wellicht om er meer mee te doen. Een van de manieren waarop zij deze doelen bereiken is het organiseren van revues. Tijdens deze revues komen jongeren van een aantal scholen bij elkaar om samen hun poëzie kunsten te delen. Van iedere school kiest de jury een winnaar uit.

De revue werd gehouden in een goed gevulde zaal vol met vooral jongeren, maar ook docenten, medewerkers van de School der Poëzie en natuurlijk de jury waar ik ook deel van uitmaakte. Dit klinkt allemaal al erg mooi, maar dat de revue plaatsvond in het culturele Tolhuistuin maakte het toch ook wel een stuk mooier.

Een voor een werden er prachtige gedichten voorgedragen door onze eigen Amsterdamse jongeren. Voor mij was dit een bijzonder moment. Een soort van droom die werkelijkheid werd: jongeren een podium geven voor hun talenten en ze laten stralen.

Als stadsdeelcommissielid kan ik op dat soort momenten niet anders doen dan genieten van het privilege dat ik heb om deze Amsterdamse jongeren op hun best te zien. Toch denk ik tegelijkertijd ook aan de jongeren voor wie deze kansen niet vanzelfsprekend zijn of voor wie het moeilijk is om trots te zijn op wat je kan en op wie je bent. Het is daarom belangrijk dat we volop inzetten om onze jongeren alle kansen te geven die zij nodig hebben, zodat ook zij kunnen stralen.

Bovenstaande vormt een van de vele redenen waarom ik in de stadsdeelcommissie zit. Ik wil deze jongeren namelijk een stem geven en laten zien dat er iemand is vanuit de rol als volksvertegenwoordiger die naar ze kijkt, maar ook op ze lijkt.

Ik heb voor de komende tijd wat plannen gemaakt om dit soort jongeren te bereiken en te spreken. 

Onderwijsformule: BEO

Mijn missie is om burgerschap, empowerment en ondernemerschap als generieke vakken te laten gelden in het onderwijs. Met te beginnen in het beroepsonderwijs dat anno 2019 nog steeds te weinig waardering krijgt voor de vakmensen die zij leveren.

Een grote meerderheid die ervoor zorgt dat toekomstig Nederland op de rails blijft. Want wat is nou eigenlijk geen mbo om ons heen? Juist, vrijwel weinig. Veel om ons heen is mbo, denk aan het Openbaar Vervoer, de bakker die zorgt voor het ambachtelijke brood en gebak, de fietsenmaker, de kassa en winkelmedewerkers die ervoor zorgen dat alles netjes in de schappen ligt als de vrachtwagenchauffeur de karren met goederen heeft afgeleverd. Zo is er nog veel meer wat mbo is en waar we ons niet of nauwelijks van bewust zijn.

Het mbo is de draaiende motor van Nederland en mijn missie is daarom om meer waardering en bewustzijn te gaan creëren in Nederland. Om het stigma en het negatief klevende imago voor een groot deel uit het veld te slaan. Want veel gemotiveerde studenten krijgen met dit imago te maken terwijl deze helemaal niet past bij hen. Ik ben één van die studenten geweest die zich door dat stigma eerst niet thuis voelde in het mbo, maar zich nooit ernaar conformeerde.

Doormiddel van empowerment leerde ik mijzelf kennen. Ik werd mij bewust van mijn kwaliteiten, maar ook mijn blinde vlek, inspiraties en krachtbronnen.  Destijds kreeg ik ook burgerschap van één van de meest inspirerende docenten binnen het mbo: Laura Polder. Tijdens de lessen burgerschap werd mij geleerd hoe ik een participerende wereldburger kan zijn en leerde ik om mijn argumenten beter op te bouwen en vervolgens te nuanceren.

Het vak ondernemerschap zie ik als een onderdeel van burgerschap. Je leert jezelf op de kaart te zetten door middel van het bezoeken van conferenties, lokale vergaderingen, het organiseren van activiteiten of de studentenraad. Je kan ook het besluit nemen om een website te maken en je stem te laten horen! Kortom, het vak ondernemerschap is erg divers en zou moeten staan voor het ondernemen vanuit passie. Iets wat de mbo’er van nature al heeft, maar altijd verder kan ontwikkelen om zo zijn of  haar professionele netwerk uit te breiden.

Empowerment kan een goed middel zijn om de student zekerder en bewuster van zichzelf te maken. Burgerschap helpt de student bij het genuanceerd verwoorden en debatteren, maar ook bij het participeren, het maken van een wereldburger. Als de student zich optimaal heeft kunnen ontwikkelen tijdens Empowerment en Burgerschap, dan zal de volgende stap ondernemen zijn.

Het opbouwen van een netwerk, het organiseren van evenementen of wellicht wel een eigen bedrijfje opstarten. Het zijn allemaal mooie ideeën die je makkelijker afgaan als je meer inzicht hebt in jezelf en als je trots kan zijn op wie je bent. Het is een proces in de zelfontplooiing van de student.

Ik stop met de lerarenopleiding

Afgelopen maand heb ik besloten om te stoppen met de lerarenopleiding maatschappijleer. Niet omdat ik het niveau te hoog vond (integendeel), maar omdat ik mij totaal niet op mijn plek voelde op de opleiding. Lees hieronder meer over mijn keuze.

Het kiezen van een nieuwe studie

Wellicht komt het kiezen van een nieuwe studie jullie wel bekend voor. Met volle moed ga je aan de slag met die helse zoektocht naar een opleiding die niet alleen bij je past, maar ook waarmee je een goed betaalde baan krijgt.

Ik besloot om te beginnen aan deze zoektocht die in het begin simpel verliep. Ik was zeker van mijn zaak. Ik wist dat ik heel graag een leraar wilde worden met daarnaast een functie in het management van de school. Naarmate de tijd verstreek begonnen de twijfels toe te nemen. De  kriebels voor de politiek , het openbaar bestuur namen alleen maar toe.

Ik begon met het vergelijken van de opleidingen bestuurskunde en de lerarenopleiding maatschappijleer. Al gauw kwam ik tot de conclusie dat ik het onderwijs moeilijk los kon laten en daarom besloot ik om mij toch in te schrijven voor de lerarenopleiding maatschappijleer aan de Hogeschool van Amsterdam.

Een aantal maanden later begon het nieuwe schooljaar. Na drie jaar op het mbo te hebben gezeten ging ik naar die grote Hogeschool met allemaal ‘slimme’ mensen waar Nederland smachtend op zou lopen wachten. Het ging nu eindelijk gebeuren.

Teleurstellende werkelijkheid

Na een paar weken op de opleiding viel mij op dat ik mij mateloos begon te irriteren aan de manier waarop docenten het vmbo en mbo meenamen in hun colleges. Op het ene moment werd ons meegegeven dat het mbo zo fijn is door de vrijheid en ruimte die je er krijgt om je eigen vak te ontwikkelen. En op het andere moment werd even duidelijk gemaakt dat je niet de ‘normale route’ hebt bewandeld richting het hbo.

Twee periodes (ongeveer vier maanden) na de start van het nieuwe schooljaar kreeg ik de neiging om te stoppen met deze opleiding. Niet omdat ik het niveau te hoog vond, maar omdat ik de sfeer en omgang met docenten, maar moeilijk tot me kon nemen. Ik kreeg het gevoel dat ik beperkt werd in de vrijheid die ik nodig had om mijn eigen leerproces uniek te maken. Zo kreeg ik buiten de school erg leerzame en leuke projecten aangeboden die goed te koppelen waren aan de opleiding. Ondanks de juiste match tussen het project en de opleiding, verliep het toestemming krijgen erg moeizaam.

Mij werd na enige tijd ook duidelijk dat er weinig tot geen baangarantie is na het behalen van de lerarenopleiding maatschappijleer. Dat zou komen doordat de leraren geschiedenis, aardrijkskunde, economie en zelfs biologie het vak maatschappijleer geven terwijl zij hier niet bevoegd voor zijn. Je ziet dit ook vaak voorkomen op het mbo.

Na een lange tijd besloot ik om toch definitief de knoop door te hakken. Begin februari schreef ik mij uit en dat was voor mij het beste om te doen. Er viel een last van mijn schouders. Ik was ontsnapt uit de teleurstellende werkelijkheid.

Hoe nu verder?

Momenteel ben ik bezig met een onderzoek naar de implementatie van Loopbaanoriëntatie en Begeleiding op het ROC van Amsterdam. Naast dit onderzoek ben ik nog steeds politiek actief voor D66 en ben ik een Peer Educator bij Diversion. Ik merk dat ik het meer dan fijn vind om bezig te zijn met mensen, beleid, adviseren en innoveren. Met dit gezegd hebbende kun je al raden dat ik toch ervoor kies om in september te beginnen met de opleiding Bestuurskunde en Overheidsmanagement.

PS: Er zijn altijd meerdere mogelijkheden om voor de klas te belanden en daar wil ik dan ook graag naar kijken komende jaren. Het lesgeven blijf ik leuk en belangrijk vinden omdat ik zo een positieve bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van onze jongeren.

Ben je toch nieuwsgierig en wil je meer komen te weten over mijn ervaringen op het hbo? Vul dan het contactformulier in en dan neem ik zo snel mogelijk contact met je op!

Zonder (v)mbo ontbeert Nederland zijn motor.

Naar aanleiding van een artikel in de krant Trouw, geschreven door Vincent Fiddelaar, besloot ik om op dit artikel te reageren omdat ik de manier waarop hij het (v)mbo omschreef walgelijk vond. Ik besloot om een open brief te schrijven en stuurde deze op naar Trouw. Twee dagen later stond het in de krant.

Zonder (v)mbo ontbeert Nederland zijn motor.

Ik ben een ex –vmbo’er – nu trotse mbo’er – en  zoals Vincent Fiddelaar  schreef  (Opinie, 31 augustus) wellicht minder begaafd, agressief, gewelddadig, een spijbelaar en zou   zorgen voor sociale problematiek.

Nu weet ik dat deze opgelegde eigenschappen niet horen bij wie ik en ook veel andere vmbo- leerlingen werkelijk zijn.  Ik pas waarschijnlijk niet in zijn plaatje.

Wij zijn geen Denker of Doener, maar DenkendeDoeners vol met ambities. Wat Fiddelaar schrijft  over de vmbo’er is misselijkmakend, beledigend en zelfs disrespectvol. Hij ziet waarschijnlijk niet in hoeveel het vmbo en het mbo voor een land als Nederland betekent. Zonder vmbo’ers en mbo’ers zou hij  geen boodschappen vinden in de supermarkt, niet kunnen reizen met het openbaar vervoer, geen bakker, fietsenmaker, schoenmaker etc. kunnen vinden en zou zijn kind, nichtje, neefje niet dat ene beetje extra aandacht krijgen waar het recht op heeft.  Gelukkig zijn er genoeg mensen die wel een totaalbeeld hebben  hoe belangrijk het vmbo/mbo is en niet  generaliseren  en  stigmatiseren.

Ik ben trots op mijn vmbo-diploma en trots op het vmbo/mbo omdat ik weet dat wij de draaiende motor zijn van Nederland. Hoe mooi de auto mag zijn, zonder motor kom je nergens.

Elijah Alvares

Het verlangen naar (zelf)acceptatie

Onlangs werd ik gevraagd om niveau 3-studenten te begeleiden. Deze studenten konden namelijk niet starten met hun stage. Vrijgeven is geen optie en dus het verzoek of ik een programma kon maken en dit ook kon uitvoeren. Ik ging direct aan de slag en besloot een programma te maken waarin de vakken Burgerschap, Empowerment en Ondernemerschap tot hun recht moesten komen! Je kunt hier lezen waarom ik deze drie vakken zo belangrijk vind en dan ook als generiek wil laten gelden.

De studenten kwamen binnen en we stelden ons voor aan elkaar. Een klas met veel diversiteit, een klas met verschillende verhalen. Het programma liep zoals gepland, totdat ik aan mijn medestudenten vroeg hoezeer zij zich een Nederlander voelen en tot waar hun Nederlanderschap reikt. Het werd doodstil en ik keek ze doordringend aan. Jullie moesten eens weten hoe pijnlijk dit moment voor mij was. Hoe kan het dat jongeren die hier vanaf kleins af aan participeren in het Nederlandse onderwijs, hier werken, sporten, wonen en zich hier ontwikkelen tot die participerende wereldburger waar wij allen zo naar verlangen – hoe kan het zijn dat juist deze jongeren zolang moesten nadenken om deze vraag te beantwoorden? Een pijnlijk moment.

Uiteindelijk besloot een zeer goedgebekte studente antwoord te geven op mijn vraag. ‘Weet u wat het is? Veel van ons worden buitengesloten omdat ik een hoofddoek draag of omdat hij daar achterin een kleur heeft!’ Ze keek mij doordringend aan en ik voelde haar verlangen om geaccepteerd te worden in deze samenleving.

De klas was het met haar eens en de voorbeelden en eigen ervaringen kwamen naar voren: ‘Waarom ben ik een Nederlander als ik iets goed doe en waarom een Surinamer als ik iets doe of vind wat hen niet zint?’ ‘Waarom krijgt Klaas de Vries wel een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek, maar Chaymae en Mohammed niet?’ Je kon een speld horen vallen in het lokaal.

Er kwam duidelijk naar voren dat het buitensluiten niet alleen gebeurde omdat men een andere etniciteit heeft, maar dat scholing ook een grote rol speelt in dat buitensluiten. Want waarom krijgt het MBO niet zulke faciliteiten net zoals de hogescholen en universiteiten hebben? Waarom ziet men het MBO meer als één grote middelbare school en niet als een instituut? Het zijn vragen waarop er nog steeds geen duidelijk antwoord op is en dat is zeker niet eerlijk en al helemaal niet oké.

Aan het eind van mijn programma besloot ik de studenten een kritische vraag te stellen. ‘Jullie hebben het over buitengesloten voelen. Dit zou dan komen door bepaalde ervaringen die zeker niet prettig zijn. Jullie voelen je duidelijk een tweederangsburger in Nederland en dat is waar het mis gaat. De beeldvorming die jij van jezelf hebt als persoon is uiterst belangrijk. Dus ik vraag jullie om kritisch te kijken naar de beeldvorming die jullie over jezelf hebben. Zelfacceptatie.’

Toen de tijd bijna om was kreeg ik nog gauw feedback van de studenten. ‘Ik heb niet het gevoel dat ik voor niets naar school ben gekomen. U gaat een goede meester worden!’

Ik liep lachend het lokaal uit en ging heerlijk het weekend in.